Heeft u vragen?
Vaak wordt ons gevraagd hoe zit het nu met de F1, F2 en F3.
Hieronder een duidelijke foto hoe wij geprobeerd hebben de neuslengte volgens de "huidige" regelgeving te bereiken, met het behoud van het Mopshond type.
Het zal u allen niet ontgaan zijn, de laatste tijd komen de Brachiocephale rassen (de kortsnuiten) veel negatief in het nieuws, sommige mensen vinden dat er een snuitje op de mopshond hoort, om alles wat meer ruimte te geven in het hoofd, zodat ze minder snurken, minder lawaai maken bij hevige opwinding en betere gehoorgangen krijgen.
Na jaren lang fokken moet ik zeggen, dat dit probleem minder aanwezig is dan men schrijft, maar toch hebben wij besloten om Mopsjes te gaan fokken met wat meer snuit en ruimere schedel. Onze Retromopshonden voldoen dus nu aan de nieuwe wettelijke regels.
Om dit te kunnen bereiken hebben wij een lijn opgezet met onze huidige Mopshonden. Deze combinaties worden in de wandelgangen Retromopshonden genoemd. Het heerlijke lieve aanhankelijke karakter is hiermee ook bewaard.
Ik hoor u denken..... een ander ras??
Waarom een combinatie met een ander ras.
1. Ze hebben ook een geweldig lief karakter, zijn aanhankelijk en zijn ook echte gezinshonden.
2. Kwa bouw, is de F3 gelijk aan de huidige Mopshond maar voldoet hiermede wel aan de wettelijke regels.
3. We blijven rekening houden met een korte vacht
4. Dezelfde dracht van de oren
5. Langere neus
6. Breder hoofd
7. Langere nek
8. De nadruk ligt op een andere rasgroep, dit in verband met de nieuwe genenpool.
Bij het titeren neemt de dierenarts een beetje bloed af en kijken vervolgens hoeveel beschermende antistoffen in het bloed aanwezig zijn na vaccinatie. De hoeveelheid antistoffen, of liever, de dunste verdunning waarbij nog antistoffen zijn aan te tonen in het bloed noemt men “de titer”. Hoe hoger de titer, hoe beter een dier beschermd is tegen de ziekteverwekker. Honden en katten krijgen beschermende antistoffen in hun bloed door :
1) Vaccinatie
2) Ziekte
3) Via een beschermd moederdier, via de placenta of eerste moedermelk (colostrum) krijgt een jong dier tijdelijk afweerstoffen van zijn moeder mee (maternale antilichamen)
Titerbepaling bij honden
Bij de hond is het mogelijk om te titeren voor de volgende ziekteverwekkers:
- Hondenziekte (Canine Distemper Virus)
- Besmettelijke Hepatitis (Canine Adeno Virus-2)
- Parvo
De dierenarts meet de titer na de vaccinatie tegen Distemper, Hepatitis en Parvo. Dit wordt ook wel de “DHP-enting” genoemd. De Dierenartsen maakt voor de titerbepaling gebruik van de VacciCheck, waarmee zij een goede inschatting kunnen maken van de bescherming van uw huisdier.
Het is niet mogelijk om te titeren voor:
- Besmettelijke hondenhoest (kennelhoest)
- Leptospirose (ziekte van Weil)
Titerbepaling is bij deze ziektes niet zinvol, omdat er geen relatie is aangetoond tussen de titer en bescherming van het dier.
Waarom titeren ?
Door te titeren kan het basis vaccinatieschema individueel worden aangepast aan de gezondheid, leeftijd en de leefomstandigheden van een huisdier. Mogelijk kan zelfs de frequentie van het vaccineren omlaag gebracht worden. Niet vaccineren is geen oplossing, maar titeren is een zinvolle manier om vaccineren tot een noodzakelijk minimum te beperken en toch weten dat je huisdier goed beschermd is.
Giardia:
Het is éen van de meest voorkomende darmparasieten bij de hond. Giardia is de naam van een eencellige parasiet die kan leven in de dunne darm van uw hond. Een dier wordt besmet door het opeten van de parasiet, bijvoorbeeld van buitenwater of likken van de poten.
Als de parasiet is ingeslikt, vermenigvuldigt de parasiet in de darmen. Lang niet alle dieren worden er ziek van. Sterker nog, dieren die gezond lijken, kunnen toch de ziekte bij zich dragen en zo andere honden kan besmetten. Een bekend symptoom is de hardnekkige en terugkerende diarree. Die vaak erg stikt en slijmerig is. De symptomen beginnen ongeveer 6 dagen na de besmetting.
Om de kans op een Giardia besmetting bij uw dier zo klein mogelijk te houden is een goede hygiëne belangrijk. Ruim ontlasting van de hond altijd direct op. Maak de omgeving goed schoon en houdt deze droog. Met pups jonger dan 6 maanden kunt u hondenuitlaatplekken waar ontlasting blijft liggen beter mijden. Laat voer niet staan, zodat er geen vliegen op komen die Giardia en andere infecties kunnen overbrengen. Ververs drinkwater regelmatig en maak de bakken goed schoon.
De meeste honden worden besmet op:
- Uitlaatplaatsen
- Parken
- Terreinen van hondenverenigingen, honden samenkomst en tentoonstellingen
Vijvers of plassen
Voor het behandelen van Giardia wordt een ontwormingsmiddel gebruikt. Een goed middel is Panacure.
Behandel ook de omgeving. Giardia kan lang buiten een hond overleven. Vooral in koude en vochtige omgevingen blijven ze lang leven.
Was de kleden manden en kussen op 60 graden. En herhaal dit wekelijks.
Conclusie:
Let goed op met uw net opgehaalde pup. Wees voorzichtig met waar u uw pup uitlaat!
Onze honden eten over het algemaan Farm Food
Er is een mooie uitgebreide App met heel veel informatie over Farm Food
Voor Apple: Farm Food Voedingswijzer (Appstore)
Voor Android: Farm Food Voedingswijzer (Google Play)
Nadelen Van Vroege Castratie Bij Honden
Steeds vaker worden honden op jonge leeftijd al gecastreerd. Met ‘jong’ bedoel ik voor de leeftijd van 6 maanden. Met ‘castratie’ wordt bedoeld het verwijderen van de testikels of de eierstokken. Met gecastreerde honden bedoel ik zowel reuen als teven. Nog afgezien van het feit dat er misschien sowieso teveel honden worden gecastreerd, zijn er in elk geval nogal wat bezwaren tegen castratie op jonge leeftijd. Hier onder de bezwaren op een rij:
- Het vroeg castreren van reuen en teven leidt tot relatief onderontwikkelde uitwendige geslachtsdelen, zoals de penis en de vulva. Dit kan ontstekingen van de voorhuid en de huid rond de vulva tot gevolg hebben. Door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat het vroeg castreren van teven, maar hoogst waarschijnlijk ook van reuen een grotere kans op de zogenaamde castratie onzindelijkheid met zich meebrengt.
- De geslachtshormonen die worden geproduceerd in de eierstokken (teef) of testikels (reu) van de hond spelen een belangrijke rol bij de groei. Zo is aangetoond dat bij vroege castratie de botten langer doorgroeien dan bij een intacte hond of een hond die op latere leeftijd gecastreerd wordt. Een hond die op jonge leeftijd gecastreerd wordt, zal dus langere maar lichtere botten krijgen. Het is niet zo moeilijk om te bedenken dat dit soort structurele veranderingen in de bouw van het skelet ook gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van het bewegingsapparaat. Er is zelfs een onderzoek gedaan, waaruit zou blijken dat gecastreerde honden (overigens is hierbij niet gekeken naar de leeftijd waarop de castratie werd uitgevoerd) een grotere kans op een voorste kruisbandlaesie zouden hebben. En de kans op de ontwikkeling van heupdysplasie zou vergroot zijn ten gevolge van het op vroege leeftijd castreren.
- Een teef die vóór de 2e loosheid gecastreerd wordt, heeft in vergelijking met een niet gecastreerde teef of een teef die op latere leeftijd wordt gecastreerd een veel kleinere kans op het op latere leeftijd ontwikkelen van tumoren in de melkklieren. Maar wat betreft de invloed op het ontwikkelen van andere tumoren horen we juist andere, minder positieve geluiden wanneer een hond vroeg gecastreerd is. Zo zou de kans op het voorkomen van een haemangiosarcoom (een relatief veel voorkomende tumor die o.a. voorkomt in het hart en de milt bij honden) groter zijn bij gecastreerde honden dan bij niet gecastreerde honden. En uit onderzoek bij (vroeg) gecastreerde honden bleek dat deze meer kans hebben op het ontwikkelen van botkanker (osteosarcoom). Op zich niet zo gek, want bij honden(rassen) die (extreem) groot zijn kom vaker botkanker voor en vroeg castreren zorgt ervoor dat een hond langer doorgroeit en dus veel groter wordt!
- Veel hondeneigenaren denken dat hun hond rustiger en veel gemakkelijker wordt in de omgang na een castratie. Echter bepaalde vormen van ongewenst gedrag, waaronder vooral angst gerelateerde problemen zouden juist vaker voorkomen bij (vroeg) gecastreerde honden vergeleken met intacte honden. Vooral bij reuen met een angstig en onzeker karakter zou castratie kunnen leiden tot regelrechte angstagressie. En op latere leeftijd schijnt er verschil te zijn in de achteruitgang van de cognitieve functies (dementieachtige verschijnselen) tussen gecastreerde reuen en intacte reuen.
- Een gecastreerde hond wordt sneller te dik, dat weet bijna iedereen. Mogelijk heeft dat iets te maken met de verminderde werking van de schildklier na castratie. In ieder geval is aangetoond, dat castratie de kans op een te traag werkende schildklier duidelijk vergroot! Bij de teef zijn er twee mogelijkheden voor castratie: alleen de eierstokken of eierstokken en baarmoeder verwijderen. Het alleen verwijderen van de eierstokken is een veel minder grote ingreep en als de baarmoeder gezond is, kan die ook rustig blijven zitten. Door de verwijdering van de eierstokken staat de baarmoeder niet meer onder hormonale invloed en zal daardoor ook geen problemen geven in de toekomst. Het is niet zo, dat de gevreesde urine-incontinentie meer voorkomt nadat bij de ene of andere manier. De urine-incontinentie wordt veroorzaakt door de verstoring van de hormoonhuishouding. Er zijn veel dierenartsen die erg enthousiast zijn over een vroegtijdige ingreep en zij willen ons doen geloven dat een castratie/sterilisatie een "routineklus" is, dat het vooral op "heel jonge leeftijd" moet gebeuren en dat het "goed" is voor een hond. Maar zo simpel ligt het toch niet. Het gaat om een operatie en verandering van de hormoonhuishouding.
Nog Even De Voor- En Nadelen Van Castratie Op Een Rij:
Voordelen bij de teef:
- Niet meer loops worden.
- Voorkomen van suikerziekte. Het geslachtshormoon progesteron kan het lichaam ongevoelig maken voor insuline. Hierdoor heeft een niet gecastreerde teef een grotere kans op suikerziekte
- Schijndracht.
Nadelen bij de teef:
- Onomkeerbaarheid
- Gewichtstoename
- Urine-incontinentie
- Verandering van de vachtstructuur
- Verandering van gedrag
- Bewegingsstoornissen. Zoals gezegd: overgewicht versnelt de ontwikkeling van arthrose. En natuurlijk heeft een dikke hond meer last van een niet helemaal gezond gewricht of rug. We weten dat geslachtshormonen een belangrijke functie vervullen bij de botstofwisseling.
Voordelen bij de reu:
- In sommige gevallen kan een castratie het karakter positief beinvloeden. Reuen met een zeer dominant karakter en/of een hypersexueel gedrag kunnen na castratie een stuk rustiger worden.
- Overmatige uitvloeiing uit de voorhuid kan door een castratie verdwijnen.
Nadelen bij de reu:
- Een wat angstige en onzekere reu kan na een castratie zich in het slechtste geval juist ontwikkelen tot een angstbijter.
- Een gecastreerde reu heeft meer kans op overgewicht. Zie het castreren van uw hond dus niet als iets dat "zo hoort" of als iets wat u hoe dan ook moet laten doen. Overweeg goed wat de voor- en nadelen zijn van het castreren van uw hond en als u besluit om uw hond te laten castreren, doe het dan niet te vroeg! Wacht in ieder geval tot de hond uitgegroeid en uit ontwikkeld is, zowel op het lichamelijke als op het psychische vlak.
Pas dan is de keus ook weloverwogen en bewust te maken denk ik.
Miranda van de Vendel
Heeft u puppy vragen?
Als u ons en onze honden wilt ontmoeten, kunt u onze site in de gaten houden.
Wij plannen meetings en wandelingen door het jaar heen.
Als u geïnteresseerd bent in één van onze puppies kunt u het beste contact met mij opnemen via
Altijd. Ons koopcontract werd in samenwerking met de rasvereniging ontwikkeld.
Een Retromops verhaard minder als een echte Mopshond echter het is wel aan te raden hem/haar in de rui periode te borstelen.
Wanneer u het warm heeft is dat ook zo voor uw Retromop. Bij 35 graden ligt u normaal ook niet in de volle zon, laat staan dat u dan een fikse wandeling gaat maken. Een goed gefokte Retromopshond waarbij gelet wordt op de ademhaling kan normale temperaturen verdragen.
Wanneer u beiden echter van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat uit huis bent en de mops zo lang alleen moet blijven dan raad ik u aan geen hond te nemen.
In principe bent u vrij snel welkom, dit doen we wel in overleg natuurlijk.
Dit is om besmettingsgevaar te voorkomen en om de moeder niet te vaak te storen.
De eerste dagen in een nieuw huis is voor een Mopspupje altijd spannend. Laat het mopsje eerst even zelf het huis verkennen en alle nieuwe geurtjes in zich opnemen. Het kan zijn dat ze wat stilletjes zijn of dat de onlasting wat dunner is. Sommige eten ook de eerste dag niet veel. Dit geeft niets, dat komt vanzelf de volgende dag of in de nacht als iedereen ligt te slapen. Het is belangrijk dat de pup voldoende rust/slaap krijgt.
De pup is 4 x ontwormt. Ontworm hem nog een keer bij 12 weken en daarna 4 x per jaar.
De pup is met 6,5 week geënt en nagekeken door de dierenarts. Tevens is hij/zij dan ook gechipt.
Voedingsadvies: Zorg dat de pup de hele dag de beschikking heeft over vers water. Tot de leeftijd van 6 maanden 4 voedingsmomenten per dag. Daarna rustig afbouwen naar 2 momenten. Dit punt zal ongeveer bereikt zijn op de leeftijd van 10 maanden. De pups hebben Farmfood gehad en krijgen ze ook mee.
Uitlaten meerdere keren per dag een paar minuten. 9 weken-9 minuten enz. Beter vaker dan langer. Laatste keer naar buiten om 24.00 uur en dan ’s morgen om 6.00 uur weer. Gaat dit goed dan rustig aan uitbreiden. Niet te snel uitbreiden dan kan het "fout" gaan.
De pup krijgt een maand gratis verzekering van Petplan mee. Het is verstandig om uw mops te verzekeren. Lees goed de polisvoorwaarden voordat u een verzekering afsluit.